Historie


Rond 1800 was de streek van Halle-Heide, Wolfersveen en Veldhoek nog grotendeels woest en onbebouwd. Grote heidevlakten, zandbulten , bossen en venen wisselden elkaar af, kriskras doorsneden door enkele zandwegen, kortom een ruig gebied. Aan de uiterste zuidrand van de gemeente Ruurlo stond een handjevol huizen die een kleine woongemeenschap vormden.
Net als de andere Ruurlose buurtschappen kreeg deze een naam met –hoek als uitgang: de Veldhoek.

Niet ver van de Boskapel, aan de Beumersteeg, begon Berend Hendrik Barendsen, “Meester Bernard”, in augustus 1835 onderwijs te geven. “Meester Bernard” vroeg de gemeente Ruurlo om een nieuw gebouw. In 1843 werd in een raadsvergadering besloten tot nieuwbouw van een school. De gemeente Ruurlo, het rijk en de provincie betaalden elk een derde deel. Ruurlo moest echter ook zorgdragen voor de grondverwerving. Het was baron van Heeckeren van Kell van Huize Ruurlo die de grond aan de Boskapelweg beschikbaar stelde. In de goede dagen trok de veldhoekschool leerlingen uit vier gemeenten: Ruurlo, Hengelo, Zelhem en Vorden. Een telling uit 1845 gaf aan dat er maar liefst 120 leerlingen de school bezochten. Maar toen zowel de gemeente Ruurlo als Hengelo besloten om een nieuwe school te stichten in de buurtschapen Bruil en Varssel verminderde het aantal leerlingen sterk. Op 1 september 1882 wordt het gebouw als school gesloten. Ruim twintig jaar doet het nog dienst als zondagsschoolgebouw. Baron Alexander, de vader van de later bekende jonker Bobby, laat het schooltje opknappen en voorziet het van een torentje met klok. In 1885 wordt het een godshuis. Er kwamen predikanten van elders om voor te gaan in de Boskapel. Tevens waren er veel diensten in samenwerking met de schoolkinderen en het werd ook veel bezocht door bruidsparen. Het kapelbezoek liep uiteindelijk terug, evenals de financiële mogelijkheden van de kerk. In 2004 wordt de Boskapel gesloten als godshuis.

Begin 1900 kwam ook aan de Hengelose kant van de gemeentegrens de ontginning en boerderijbouw op gang. Zo ontstond er een nieuwe Veldhoek en daarmee nieuwe behoefte aan een centraal gelegen school. Na enig touwtrekkerij over de plaats waar deze zou moeten komen, hakte weer baron van Heeckeren de knoop door. Hij bood, natuurlijk net op Ruurlo’s grondgebied, grond aan voor de nieuwe christelijke school, die op 30 maart 1917 feestelijk werd geopend. Aan de Kapersweg staat deze school met de Bijbel met het opschrift “Laat de kinderen tot mij komen”.

In 1898 werd er een spoorlijn gelegd van Doetinchem naar Ruurlo. Dit was voor zowel goederen als personenvervoer. In Zelhem was het station bij Oldeboom (tegenwoordig zwembad De Brink) en in Wolfersveen was vanaf 1921 ook een stationnetje, de schuur van het station is nog altijd aanwezig op het Zand. In Ruurlo is het station nog op dezelfde plaats. In 1932 heeft op ’t Zand een grote brand gewoed. Vonken van de treinwielen of gloeiend as uit de locomotief hebben toen de heide in vlammen gezet. Vele hectares werden in de as gelegd. In juni 1937 werd de spoorlijn opgeheven, omdat het busvervoer op gang kwam en voor de gewone burger was vervoer per trein toch al onbetaalbaar.
In mei 1940 werd de Stellingweg verhard met brokken puin, zodat de Duitsers er met vrachtwagens makkelijk over konden rijden. Overal werden zoeklichten geplaatst, zo ook aan het eind van de Stellingweg. Door middel van deze zoeklichten spoorden de Duitsers Engelse bommenwerpers op om deze vervolgens neer te schieten. Het zoeklicht heeft maar één jaar dienst gedaan, daarna waren de vliegtuigen voorzien van radarapparatuur.


De aanleg van de weg Doetinchem- Zelhem- Ruurlo in 1928 was van grote betekenis voor de ontsluiting van de Veldhoek. In 1933 werd café, pension Wentink gebouwd aan de Veldhoekseweg, aan de overkant was er al de smederij van Hein Alfers, later Eelderink. Verder was er nog bakker, kruidenier Kreunen, de molen en maalderij van Coops, fietsenzaak, winkel en benzinepomp van Kappert en een manifacturenwinkel van Mulder. Aan de Ruurlose kant, achter de basisschool, was er nog een bakker, kruidenier Wolsheimer.
Het Veldhoeks feest werd in een feesttent naast het café voor het eerst georganiseerd. Café Wentink was meer dan een sociale ontmoetingsplaats. Hier werden in het begin ook kerkdiensten gehouden. Het orgel stond permanent in het café. De kerkdiensten werden ook bezocht door de mensen uit ’t Wolfersveen en Varssel. De Hervormde gemeente in Hengelo en Zelhem wilden zo bezien of het nodig was een kerk te bouwen.
Nadat de behoefte duidelijk was gebleken werd de kapel neergezet in 1951 aan de Schapendijk en daarmee lag ook de naam De Goede Herder voor de hand.


Er werd altijd veel samengewerkt met mensen uit omliggende buurtschappen. Zo is ook de voetbalvereniging Wolfersveen tot stand
gekomen op initiatief van heren uit Veldhoek en Wolfersveen. Zij wilden de voetbalvereniging D.E.S oprichten; Door Eendracht sterk. Deze naam bleek bij de bond al vergeven te zijn, daarom werd het V.V. Wolfersveen op 1-11-1947. In de beginperiode voetbalde men in de wei van de familie L. Visschers aan de Veldhoekseweg. Voor de wedstrijd werden de palen die voor het doel dienden in de grond gezet. Daar tussen spande men een touw dat als lat diende. De afmetingen van het veld wisselde nog wel eens. Daarna werd er gevoetbald in een wei aan de Klaverdijk. Vanaf het seizoen 1948-1949 ging men voetballen op het huidige terrein, destijds van de familie Susebeek.